-
1 baver
baver [baavee]〈 werkwoord〉4 vlekken ⇒ uitvloeien, uitlopen♦voorbeelden:baver d' étonnement • vol verwondering zijnv1) kwijlen2) versteld staan, paf staan (van)3) kwaadspreken4) uitvloeien, een vlek maken -
2 en baver
en baver
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский